Het vlees van Plus, Emté en Poiesz is volgens de klant kwalitatief gezien het beste in de branche. En het vertrouwen van de consument in het Nederlandse vlees bij de supermarkten is nog nooit zo hoog geweest. Ruim 65 procent van de deelnemers aan de Vion Consumer Monitor beoordeelt de kwaliteit van het Nederlandse vlees bij de supermarkten als ‘uitstekend’. Het niveau van de supermarkt kruipt zelfs richting de slager. Dit zijn enkele belangrijke uitkomsten van de zesde Vion Consumer Monitor. Dat meldt het supermarkt nieuwsblad Distrifood.
De Vion Consumer Monitor is erop gericht vleeskopers en het aankoopproces van vlees beter te begrijpen. Het imago-onderzoek is door het vleesconcern voor de 6e keer gehouden onder ruim 2500 huishoudens uit het GfK huishoudpanel. Wat deze jaargang opvalt, is dat de consumenten zeer positief zijn over de kwaliteit van het Nederlandse vlees. ‘Ruim 65 procent beoordeelt het vlees als uitstekend, tegenover 60 procent in 2016’, zegt researchmanager Hans Sulkers van Vion.
‘Het wantrouwen ten opzichte van de productie van vlees is deze jaargang extreem laag. Het stijgende vertrouwen heeft onder meer te maken met de groei van het vlees met een Beter Leven-keurmerk.’ Het afgelopen jaar steeg de omzet van vlees met zo’n keurmerk in de Nederlandse supermarkten met 25 procent en vleeswaren zelfs met 295 procent, geven cijfers van IRI aan (Monitor Keurmerken Retail). Bij Vion nam het aantal verwerkte Good Farming Star-varkens (1 ster Beter Leven-keurmerk) in 2016 toe met ruim 30 procent. Het feit dat bijvoorbeeld Albert Heijn flinke stappen heeft gezet in verdere verduurzaming ligt hieraan ten grondslag. Sulkers: ‘Consumenten zijn zich ook in toenemende mate bewust van het feit dat zij invloed hebben op de voedselketen door dit duurzamer vlees te kopen.’
Drie uitblinkers
Uit het onderzoek blijkt verder dat de consument steeds kritischer wordt, maar een goed stukje vlees op zijn tijd absoluut weet te waarderen. ‘Er wordt zeker niet méér geconsumeerd, maar wel bewuster’, weet Sulkers. ‘Consumenten laten zich ook veel beter informeren op open dagen bij boeren en via codes op verpakkingen die verwijzen naar een website met informatie over de productiewijze en herkomst.’ Ook bijvoorbeeld de consumentenmagazines van AH en Jumbo inspireren de consument om met vlees te variëren. ‘Doordat het niveau bij de supermarkten stijgt, hebben de slagers daar wel wat last van, maar ook niet overdreven veel’, stelt commercieel directeur Retail Pork Ron Leferink van Vion. ‘Slagers gaan meer de traiteurkant op. Daarmee onderscheiden ze zich.’
Poiesz scoort hoog in de Vion Consumer Monitor.
Foto: Archief Vakmedianet
Uit de Consumer Monitor wordt duidelijk dat de kwaliteitsperceptie van consumenten wat betreft vlees bij Plus, Emté en Poiesz het beste is. ‘De aanwezigheid van het ambacht bij Emté wordt hoog gewaardeerd’, analyseert Sulkers. ‘Bij Plus kan ook de slagerij-afdeling en het vlees met een keurmerk op veel instemming van de klant rekenen.’ In de recente foldermonitor van Wakker Dier komt naar voren dat Plus veel vaker sterrenvlees promoot dan andere ketens. Ook heeft Plus een assortiment Blonde d’Aquitaine rundvlees met het Beter Leven-keurmerk 2 sterren in het schap. De consument waardeert het. Poiesz dankt volgens Vion het succes mogelijk aan de van oudsher vele vleeseters in het noorden van het land, waar de keten goed op inspeelt met kwaliteit en ambacht.
Imago varkensvlees
Het imago van varkensvlees blijft achter bij dat van kip en rund. ‘Consumenten hebben vaak de associatie met één of enkele producten die zij niet lekker vinden. Denk bijvoorbeeld aan speklappen, bloedworst of balkenbrij. Terwijl varkensvleesproducten, zoals worst, spareribs, slavink, varkenshaas en beenham, juist wel heel lekker worden gevonden. Ook draagt negatief nieuws vanuit bijvoorbeeld Varkens in Nood of Wakker Dier bij aan een wat slechter imago. De groei in varkensvleesproducten met het Beter Leven-keurmerk is daarentegen een positieve tendens’, stelt Sulkers. Kip scoort goed op prijs en bereidingsgemak. Het aanbod wordt echter, opvallend genoeg, als minder gevarieerd gezien. Ron Lenferink: ‘Bij kip gaat het steeds meer naar vierkantsverwaarding. Wat beschikbaar is aan kippendelen, wordt verkocht. En het aantal duurzame kipconcepten, zoals de Nieuwe Standaard Kip, neemt ook toe.’
Onbewoond eiland
Dit jaar is de nieuwe vraag gesteld welk stukje vlees de deelnemers aan het panel zouden willen als ze 30 dagen op een onbewoond eiland hebben gezeten. ‘Dan is biefstuk veruit het meest genoemde stukje vlees, al dan niet in combinatie met een sausje of champignons’, zegt Sulkers. Andere favorieten zijn: varkenshaas, gehaktbal, hamburger, kip, draadjesvlees en schnitzel. Verder valt op dat het assortiment tijdens de feestdagen bepalend kan zijn voor de rest van het jaar. Ron Lenferink: ‘Als de klant met Kerst of Pasen goede ervaringen heeft met de vleesaankopen, wordt de keten daar voor beloond in de andere maanden.’
Saturday bulkies
Dit jaar bevat de Consumer Monitor voor het eerst een uitgebreide segmentatie van de consumentengroepen. Die is gebaseerd op aankoopgedrag, sociodemografische kenmerken en attitudes van vleesverkopers. ‘We hebben de ‘Saturday bulkies’ benoemd, een groep die vooral op zaterdag de boodschappen voor de hele week doet en rekening houdt met mvo-aspecten’, legt Han Sulkers uit. Verder de ‘organic believers’, een groep die veel biologisch koopt, de ‘pork lovers’, varkensvleesliefhebbers die vooral Nederlands vlees waarderen, de ‘minced meaters’, gehaktliefhebbers die liever niet te veel betalen en de ‘beef eaters’, die van rundvlees houden, iets meer willen betalen en dierenwelzijn belangrijk vinden.
Ten slotte heeft Vion de ‘promo hunters’ benoemd, een groep die vlees-minded is, maar zich minder bezighoudt met mvo-aspecten. Lenferink: ‘Deze nieuwe indeling geeft een nog duidelijker beeld van de vleeskoper, ook op individueel formuleniveau.’ In Duitsland wordt eenzelfde onderzoek al 10 jaar gehouden. Ron Lenferink: ‘Daar valt op dat de Duitsers iets meer voor kwaliteit gaan, meer slagers in de winkel hebben staan en minder ver zijn met convenience. Meer traditioneel en degelijk eigenlijk.’