Gevild: Patatdag

13 augustus 2012 Caroline Plas van der

Patatdag


Ik heb bij ons thuis ‘woensdag patatdag’ weer ingevoerd. Toen ik de basisschoolleeftijd had, was er een reclame op televisie van een moeder die in zo’n ouderwetse walmende frietpan, patat stond te bakken. En dan riep ze vrolijk door het keukenraam naar haar (buiten!) spelende kinderen: “Jóngens patat!’ De kinderen renden juichend naar een tafel waar de goudgele frieten (vermoedelijk wemelend van de transvetzuren) stonden te wachten om opgepeuzeld te worden.

Of het nou een reclame was van een patatmerk, van frituurvet, of van mayonaise weet ik niet meer. Wel is mij altijd bij gebleven dat het in dat gezin ‘woensdag patatdag’ was. Dat heb ik altijd zó leuk gevonden. Lekker seventies, met zo’n zorgzame moeder met een Ultrabrite-smile, in een echt keukenschort. Tegenwoordig onvoorstelbaar, op alle fronten.

Want als er toen namelijk al Nederlandse Gezondheidgoeroe’s hadden bestaan, was die reclame waarschijnlijk meteen in de ban gedaan en samen met andere ongezonde reclames op een grote stapel verbrand. Het zijn de heksenjagers van deze tijd. Na de rokers en de drinkers hebben ze een nieuw doelwit: de dikkerds. En de jacht wordt al vroeg geopend. Je mag kinderen van de Alwetende Anti-obesitaslobby immers niet stimuleren om aan de vette hap te gaan. Daar worden ze dik van en daar krijgen ze hartaanvallen en herseninfarcten van.

Ik zal u zeggen, bij ons thuis trekken we ons niets aan van die zuurpruimen die opgewonden raken bij het zien van een bak groene sla. Woensdag is én blijft bij ons patatdag, voor eeuwig. En krokettendag en frikadellendag en berenklauwdag. Met een flinke klodder satésaus.

Caroline van der Plas

Reageer

(Meat & Meal 04, mei 2006)

Klik hier om de eerder verschenen columns te lezen

Altijd op de hoogte blijven?