Allergeneninformatie verstrekken blijkt problematisch

7 februari 2024 Antal Giesbers NVWA

 

Uit de controles van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) blijkt dat ondernemers die niet-voorverpakte levensmiddelen verkopen, nog te vaak onvoldoende informatie over allergenen geven.

Zowel bij bedrijven in de horeca als bij ambachtelijke bedrijven, retail en instellingen wordt bij het aanbieden en verkopen van niet-voorverpakte levensmiddelen nog te vaak onvoldoende informatie over allergenen gegeven. Dit concludeert de NVWA na controles in 2023 bij 6.548 van deze bedrijven. Ruim de helft voldeed niet aan de wettelijke regels voor het verstrekken van allergeneninformatie.

Ondernemers zijn verplicht hun klanten te informeren als zij bepaalde allergenen hebben gebruikt bij het bereiden van voedsel. Dat kan schriftelijk of mondeling, dus bijvoorbeeld via kaartjes in de vitrine of informatie op de menukaart, maar ook door aan te geven dat het personeel vragen over allergenen kan beantwoorden.

Afwijkingen

Helaas gaf bijna een derde (2.008) van de gecontroleerde bedrijven geen enkele informatie over allergenen. En bij 1.081 inspecties (16,5%) verstrekte de ondernemer wel mondelinge informatie over allergenen, maar was deze informatie niet schriftelijk of digitaal beschikbaar voor het personeel en de NVWA. Bij 807 inspecties (12,3%) was het voor de klant onvoldoende duidelijk dat hij die informatie van het personeel kan krijgen.

De meeste afwijkingen constateerden de inspecteurs bij horecabedrijven (51,8%), gevolgd door retail (46,0%) en ambachtelijke bedrijven (44,8%). Bij zorginstellingen was het afwijkingspercentage lager (28,6%). Het bleek ook dat, na verschillende waarschuwingen en boetes, nog steeds pakweg  10% van de gecontroleerde bedrijven de allergeneninformatie niet op orde had.

Voedselallergenen

Voedselallergenen kunnen aanwezig zijn in bepaalde ingrediënten. De Europese Unie heeft bepaald dat de ingrediënten die de meeste overgevoeligheidsreacties veroorzaken, extra duidelijk vermeld moeten worden op het etiket van voorverpakte voeding. Het gaat om glutenbevattende granen, maar ook ei, vis, pinda, diverse noten, soja, melk, schaal- en weekdieren, selderij, mosterd, sesamzaad, sulfiet en lupine. Ook hiervan afgeleide stoffen kunnen overgevoeligheidsreacties veroorzaken, en moeten worden vermeld. Maar zelfs sommige niet-allergene voedingsmiddelen kunnen allergische reacties veroorzaken.

Drie voorwaarden

Ongeveer een half miljoen Nederlanders heeft een voedselallergie. Zij kunnen ernstig ziek worden en in het ergste geval zelfs overlijden door het eten van soms hele kleine hoeveelheden van allergene stoffen. Dat wordt voorkomen als ondernemers hun klanten informeren over aanwezigheid van die stoffen in door hen verkochte voeding. Daar zijn wel drie voorwaarden aan verbonden:

  1. Allergeneninformatie moet te vinden zijn voor de consument.
  2. Het bedrijf moet de klant informeren over aanwezige allergenen daar waar de producten worden aangeboden.
  3. De allergeneninformatie is schriftelijk of elektronisch beschikbaar.

Levert dat problemen op, dan moet een klant mondeling worden geïnformeerd. Ook dan zijn er drie voorwaarden:

  1. Het bedrijf moet de allergenen-informatie aan de consument kunnen geven vóor de aankoop.
  2. De allergenen-informatie is ook schriftelijk of elektronisch beschikbaar voor het personeel (en de NVWA-inspecteurs).
  3. Er moet ter plaatse een duidelijk zichtbare vermelding of trigger zijn aangebracht dat klanten ernaar kunnen vragen bij het personeel.

Leveranciers en webwinkels

Voor de volledigheid: leverancier van onverpakte levensmiddelen moeten ervoor zorgen dat hun klanten de consument goed kunnen informeren over allergenen in de producten. En als levensmiddelen online worden verkocht, dan moet de webshop vermelden welke allergenen in de producten aanwezig zijn.

Dit artikel verscheen eerder op: Bakkers in bedrijf

Altijd op de hoogte blijven?