Grote ontwikkelingen in koeling en winkelinterieurs

De tijd dat je op zaterdagochtend tien minuten naar de nekharen van je voorganger stond te staren, is wel echt voorbij”, meent John Dekker, mede-eigenaar en commercieel directeur van Infrashop. “Klanten willen tegenwoordig dynamiek ervaren in een slagerswinkel! En dat levert heel andere winkels op. Klanten staan niet langer op hun beurt te wachten, maar bewegen zich in hun eigen tempo door de winkel heen. En dat is mooi, want zo kun je als versspecialist veel meer van je assortiment laten zien dan wanneer de klanten in een rijtje voor de toonbank staan. En al nemen ze misschien niet meteen alles mee: ze hebben wel gezien wat je als slager allemaal in huis hebt.”

Ook Rick Roerink, tweede generatie in het familiebedrijf Emondt KMI Fresh Food Inte­riors, is van mening dat dynamische winkels de toekomst hebben. “Wij proberen de slager te verleiden om zijn klanten door de hele winkel heen voor verschillende eetmomenten op de dag iets aan te bieden. Maar ieder winkel­interieur begint met een goed doordacht concept. Op welke locatie zit je? Wie vormt je doelgroep? Welke concurrentie zie je? Wat is de beoogde omzet? En hoe wil je die gaan bereiken? Al die vragen zijn van groot belang bij het inrichten van een winkel. Wij houden de versspecialist in de ontwerpfase constant een spiegel voor. Wat wil je bereiken? En wat heb je daarvoor nodig? Kijk niet naar hoe een collega zijn assortiment presenteert, maar ontwerp je eigen plannen.”

Belevingsgericht

Een belangrijke ontwikkeling bij het ontwerp van slagerswinkels is de verschuiving van toonbank naar vers-theater. “We zien dat slagerijen in toenemende mate een maaltijdwinkel worden”, aldus Dekker. “Consumenten kijken steeds kritischer naar hun eigen vleesbehoefte, maar hebben wel behoefte aan een smakelijke maaltijd. Daar springen slagers met hun aanbod en interieurs goed op in. De inrichting verschuift van productgericht naar belevingsgericht. Wij streven ernaar de winkels interactiever te maken, zodat er meer beweging op klantniveau ontstaat. De klant die alle tijd heeft, kan zich rustig op eigen tempo door de winkel bewegen en zich oriënteren op het assortiment. Bij voorkeur presenteren we dat in diverse productgroepen, zodat alles aan de klant voorbijkomt. De klant die snel iets wil halen, kan direct worden geholpen.”

Er bestaat volgens Dekker niet één antwoord op de vraag wat een goed interieur is voor een slagerij. “Het juiste interieur hangt van zoveel verschillende factoren af. Wel zien we als algemene trend de behoefte aan losse meubels, waar klanten zelf iets uit kunnen pakken. Denk bijvoorbeeld aan voorverpakte vleeswaren. Wanneer je dat in een zelfbedieningsmeubel presenteert, neemt de verkoop significant toe. De klant kan zich rustig oriënteren, wat hij misschien niet durft als er tien klanten achter hem staan te wachten. Dan bestel je toch liever snel dat onsje achterham dat je altijd al neemt.”

Voordeel voor ondernemers

Koeltechnisch Buro Midden Nederland verzorgt ontwerp, plaatsing, reparaties en onderhoud van bedrijfskoeling. (© Koeltechnisch Buro Midden Nederland)

Een goedgekozen interieur zorgt niet alleen voor een hogere gemiddelde besteding per klant. Het levert een slager ook andere voordelen op. “Door de juiste zelfbedieningsmeubels te kiezen, heb je op dezelfde vierkante meters minder personeel nodig”, aldus Roerink. “Dat scheelt in de kosten. Daarnaast zien we een toenemende belangstelling voor een nauwkeurige berekening van de ‘total cost of ownership’. Wij berekenen voor onze klanten welke koelinstallatie over de totale levensduur onderaan de streep het voordeligste uitpakt. Een centrale koelinstallatie heeft bijvoorbeeld een hogere aanschafprijs dan meubels met ingebouwde koelinstallatie, maar die hogere aanschafwaarde wordt door lagere energielasten snel terugverdiend.” 

Ook Koeltechnisch Buro Midden Nederland ziet veel animo voor het centrale koelsysteem met één of twee compressoren voor alle koelmeubels. “Dat werkt energiezuiniger dan losse aggregaten”, aldus vertegenwoordiger Bernadet Koops. “We plaatsen daarnaast vaak alarmeringssystemen, zodat je ook op afstand je temperaturen goed kunt reguleren. Je krijgt bijvoorbeeld een seintje wanneer de deur van een vriezer of koeling open blijft staan.” Op het gebied van energie valt er volgens Koops ook veel te winnen, wanneer slagers zouden kiezen voor dagafdekking van koelmeubels. “Versspecialisten denken vaak dat klanten minder pakken wanneer er een deur voor de koeling zit. Maar de consument is dat tegenwoordig vanuit de supermarkt echt wel gewend. En het scheelt een derde van je energieverbruik.” 

Koelen met glycol

Emondt KMI Fresh Food Interiors verzorgt conceptadvies, interieuradvies en realisatie. (© Emondt KMI Fresh Food Interiors)

Roerink licht een innovatie in de koeltechniek toe, die door Emondt is ontwikkeld en wordt aangeboden in hun koeltoonbanken. “Om energiezuiniger en intensiever te kunnen koelen, hebben wij de glycoltoonbank ontwikkeld. Glycol is een voedselveilig antivriesmengsel, dat kan worden gekoeld met ieder koudemiddel. De glycol laten wij in plaats van een koudemiddel tussen de dubbelwandige bodemplaat van de toonbank stromen. Normaal gesproken wordt een vitrine gekoeld via een koudemiddel, dat door een raamwerk van koperen leidingen onder het presentatievlak van het koelmeubel loopt. Doordat deze koperen leidingen de koude moeten overdragen aan het presentatievlak en daarna aan het vlees, kost het relatief veel energie om de temperatuur in het meubel constant te houden. Doordat wij met glycol nu de gehele bodem koelen, is er minder sprake van temperatuurschommelingen. Het verschil tussen de koudste en de warmste temperatuur is hierdoor een stuk kleiner. Dat is gunstig voor het eindproduct: hoe vaker je vlees moet terugkoelen, hoe meer het uitdroogt. Op dat gebied hebben we met glycolkoeling dus veel winst behaald.”

Alle partijen zijn het erover eens dat energiezuiniger werken de toekomst heeft. Maar Dekker adviseert slagers om zich niet blind te staren op duurzaamheid, als het gaat om de aanschaf van een nieuw interieur. “Wanneer je al vijftien jaar niet veel meer hebt geïnvesteerd, maak je sowieso een geweldige slag op het gebied van kostenefficiëntie wanneer je de winkel nu aanpakt.” Dat onderschrijft Koops. “Doordat nieuwe koelmeubels gebruik maken van de nieuwste ventilatoren en vrijwel alles tegenwoordig met led-verlichting wordt gemaakt, ga je er sowieso op vooruit op het gebied van rendement en duurzaamheid.” Dekker en Koops wijzen daarnaast op een bijkomend voordeel van een nieuw interieur. “Je verbouwt je winkel ook om klanten te triggeren en de omzet te verhogen”, weet Koops. “En dat hoeft echt niet altijd duur te zijn. Met nieuwe kleurpanelen op je meubels zorg je al voor een heel andere uitstraling. Ook een vrijstaand zelfbedieningsmeubel geeft je winkel soms al een behoorlijke opfrissing.” Dekker vult aan: “Met een nieuw interieur creëer je een aantrekkelijker winkel, waarmee je meer klanten kunt bedienen: óók die nieuwe, jongere doelgroep die op zoek is naar gemak en beleving en misschien zelfs een vegan of vegetarisch alternatief. De omzetverbetering die je daarmee genereert, gaat veel verder dan de aanpak van koudemiddelen alleen.”