Biologisch, innovatief én klimaatneutraal

26 oktober 2018

... ...

Jacqueline en Joost van Alphen van Alpeko laten zien dat je een biologische veehouderij ook op professionele en innovatieve wijze kunt runnen. Dit voorjaar kregen zij de Agrofoodpluim: ze zijn een inspiratiebron voor andere ondernemers door hun passie voor het vak en het lef om nieuwe werkwijzen uit te proberen. Van zelf voer maken tot het ontwikkelen van een automatisch verkooppunt; zij draaien er hun hand niet voor om.

De groene weg

Het varkensvlees van Alpeko wordt onder meer verkocht bij slagers van De Groene Weg. Onder deze franchiseformule werken op dit moment twaalf ambachtelijke slagerijen. Zij verkopen uitsluitend producten met een biologische herkomst en maken zich iedere dag sterk voor lekker, natuurlijk vlees. Overweegt u ook te ondernemen in de alsmaar groeiende, biologische markt? Meer informatie vindt u op www.degroeneweg.eu.

Dat pionieren, dat is precies waar Joost van Alphen zo van geniet. “De biologische houderij is geen uitgekauwd, platgetreden productiewerk zoals ik de reguliere sector steeds meer zie, waar iedereen aan het optimaliseren is in tienden procenten. Wij hebben nog veel uitdagingen en ik zoek voortdurend samenwerkingen.” Zo is Alpeko in gesprek met een fabrikant van rijstwafels: zijn de gebroken exemplaren – ‘afval’ - geschikt als voer voor zijn biggen? “Daarnaast hebben wij als biologisch bedrijf te maken met factoren waarop we geen invloed hebben, zoals het weer. Door onze open stallen leven we met de seizoenen. Ieder seizoen moet je anders benaderen, de dieren reageren er anders op. Wij zijn meer bezig met onze dieren, kijken goed naar ze. Zijn er aanpassingen in het voer nodig, zoals meer vezels of eiwitten? Het is nooit saai.”

Méér dan een keurmerk

Als je over de Zeggelaarseweg in het Brabantse Herpt komt aanrijden, zie je de varkens al liggen in de wei, genoeglijk relaxend in het herfstzonnetje. Het is maar een

JACQUELINE EN JOOST VAN ALPHEN VAN ALPEKO ZIJN VEEL BEZIG MET DE VARKENS OP HUN BIOLOGISCHE BOER-DERIJ. JACQUELINE EN JOOST VAN ALPHEN VAN ALPEKO ZIJN VEEL BEZIG MET DE VARKENS OP HUN BIOLOGISCHE BOER-DERIJ.

‘We stellen elke dag voor zeven verschillende leeftijdscategorieën voer samen, afgestemd op de individuele behoeftes van de varkens.’

deel van de veestapel, want de andere zeugen liggen in het stro van de potstal. En dan zijn er nog vleesvarkens en de zeugen met biggen in de verblijven met uitloop aan de binnenzijde van de boerderij. In totaal 400 zeugen en 1800 vleesvarkens, dat is veel voor biologische begrippen. In juni kregen ze de Agrofoodpluim voor de inspire-rende en innovatieve manier waarop ze hun bedrijf runnen. “Hartstikke mooi natuurlijk, die waardering voor ons werk. Ik zie de pluim ook als erkenning voor biologisch als duurzaam alternatief”, vertelt Joost. Aandacht voor hun bedrijf krijgen ze ook uit andere hoeken, zoals van journalisten van vakbladen, collega’s en scholieren of studenten die met werkstukken bezig zijn. De Van Alphens vinden het leuk als mensen vragen stellen en steken relatief veel tijd in bijvoorbeeld interviews. “We laten vooral consumenten graag zien dat biologisch vlees méér is dan een keurmerk op de verpakking. En wat er allemaal haalbaar is.”

Joost legt uit dat het een compleet andere manier is van veeteelt en landbouw bedrijven. “Het is kringlooplandbouw. In de reguliere landbouw is iedereen gespecialiseerd: er zijn sojaboeren, biggenproducenten, vleesvarkenshouders. Een ieder blinkt uit in zijn eigen onderdeel en wil daarin winst maken en optimaliseren, maar dat legt een druk op de keten en het milieu als geheel. De ratrace van meer en beter stopt nooit. De bodem raakt uitgeput en de dieren zijn de dupe van het systeem. Het uitgangspunt van biologisch is bij alles: hoe behouden wij een vruchtbare aarde? Kunnen we dit proces nog jaren, nog eeuwen door laten gaan? Als biologische producent ben je kampioen meerkamp: we doen veel zelf. Van biggen produceren, voer maken tot de verkoop van het vlees aan toe. De biologische voedselproductieketen is veel meer gesloten en circulair.” Eind jaren negentig namen Jacqueline en Joost de reguliere boerderij van zijn ouders over, vlak nadat in Nederland miljoenen varkens waren geruimd vanwege de varkenspest.

Joost: “We gingen steeds meer twijfelen; op de reguliere manier wilden wij eigenlijk niet boeren. We willen werken met respect voor de mens, de dieren en de

| DE VARKENSTALLEN HEBBEN EEN BUITENUITLOOP. | DE VARKENSTALLEN HEBBEN EEN BUITENUITLOOP.

natuur, in een niche markt kort bij de consument.” Begin 2002 ging het roer om. Anno 2018 is het bedrijf grotendeels klimaatneutraal, onder meer dankzij 950 zonnepanelen, die het gehele bedrijf én woonhuis van stroom voorzien. De verwarming wordt gestookt met inlands hout. Ook heeft Alpeko 24 hectare grond waarop graan wordt verbouwd voor onder meer voer en het stro in de stallen.

Natuurlijk gedrag

De varkens zelf leiden een heerlijk, biologisch leven volgens de strenge eisen van het EKO-keurmerk. De dieren hebben vier hectare uitloop tot hun beschikking, kiezen zelf of ze binnen of buiten willen zijn, krijgen geen preventieve antibiotica en mogen rustig groeien. De biggetjes blijven zes weken bij hun moeder en houden hun tanden en vrolijke krulstaartjes. “Ze bijten niet aan elkaars staart uit verveling of stress omdat ze meer ruimte en afleiding hebben. Natuurlijk is er wel eens onenigheid of een rangordegevecht, maar dan hebben ze meer vluchtmogelijkheden. Ze hebben drie keer zoveel ruimte als in de reguliere veehouderij”, vertelt Joost. Jacqueline vult aan: “Onze varkens vertonen natuurlijk gedrag. Een zeug die gaat werpen, is bijvoorbeeld in de weer met stro in haar bek.” De varkens krijgen biologisch voer, dat Joost zelf samenstelt in zijn volledig geautomatiseerde voerkeuken. “Ook dat is klimaatneutraal. Alle grondstoffen zijn biologisch, er is niets genetisch gemanipuleerd aan. We gebruiken restproducten uit de biologische voedingsmiddelenindustrie, zoals tofu, retourbroden, tarwezetmeel uit een pastafabriek, wei uit de kaasproductie, tarwegries en granen. We hebben een samenwerking met biologische graanproducenten, want zij kunnen onze mest weer goed gebruiken.” Het voer bestaat uit minimaal tien ingrediënten, die Joost zelf reinigt, mengt en maalt met natte componenten.

“Daaruit stellen we elke dag voor zeven verschillende leeftijdscategorieën voer samen, afgestemd op de individuele behoeftes van de varkens”, zegt hij. Terwijl hij naar spelende varkens kijkt, zegt hij: “Ze hebben

| DE BIGGETJES BLIJVEN ZES WEKEN BIJ HUN MOEDER. | DE BIGGETJES BLIJVEN ZES WEKEN BIJ HUN MOEDER.

een veel betere weerstand dan varkens uit de intensieve veehouderij. Ze hebben meer rust, meer ruimte, betere voeding én een natuurlijk dag- en nachtritme.”

Automatisch verkooppunt

Het vlees van Alpeko wordt verkocht via De Groene Weg-slagers, maar ook verkopen Joost en Jacqueline rechtstreeks aan consumenten uit de streek. “We kregen steeds vaker vragen van mensen uit de omgeving: waarom kunnen wij jullie vlees niet kopen? Mensen willen geen anoniem stukje vlees meer, ze willen weten waar hun vlees vandaan komt. We wilden graag inspelen op die vraag”, vertelt Jacqueline. Ze verkopen vlees via de webshop én hun automatische verkooppunt op het erf. Een boerderijwinkel zag het stel niet zitten: daar hebben ze de tijd en mankracht niet voor en ze hebben in het landelijke Heusden dan wel de ideale plek voor een groot boerenbedrijf, maar niet voor een winkel: “Per kwartier komt er hooguit één auto langs.” Een automaat moest het worden, alleen: “In winkels zie je vaak vrieskisten met van die bevroren hompen vlees, en in de bestaande automaten kon je maar één artikel per keer kopen. Dat moest aantrekkelijker en met meer gemak voor de klant, vonden wij”, zegt Jacqueline. Samen met de leverancier bedachten ze het huidige concept: twee automaten met –niet zichtbaardiepgevroren, vacuüm verpakt vlees en middenin een bestelzuil - met aantrekkelijke foto’s van de zesendertig producten die verkrijgbaar zijn. Klikt een klant op een product, dan krijgt hij de ingrediëntenlijst te zien. Hij kan meerdere producten aanvinken voor hij met een pinpas afrekent.

Visitekaartje

De verkoopautomaat staat in een apart huisje met een zithoek, waar folders en magazines met recepten liggen. Aan de wand prijkt een scherm waarop een bedrijfsfilm is te zien. En buiten staat een picknickbank, waaraan passerende fietsers in de zomer komen uitrusten. “Dit concept is laagdrempelig. Mensen voelen geen ogen in hun rug prikken, en als ze uitleg willen over ons vlees,

| OP HET ERF STAAT EEN HUISJE MET AUTOMATEN WAAR CONSUMENTEN VLEES VIA EEN BESTELPANEEL KUN-NEN BESTELLEN EN METEEN MEENEMEN. | OP HET ERF STAAT EEN HUISJE MET AUTOMATEN WAAR CONSUMENTEN VLEES VIA EEN BESTELPANEEL KUN-NEN BESTELLEN EN METEEN MEENEMEN.

horen we ze wel.” Jacqueline kijkt rond: “Die varkens zo in de wei: dat is onze etalage, ons levende visitekaartje. Ik zie ons verkooppunt dan ook als reclame voor de hele biologische sector.”

‘Mensen willen geen anoniem stukje vlees meer, ze willen weten waar hun vlees vandaan komt.’

Altijd op de hoogte blijven?