Zodra Bas Antonissen het hek van de stal opent, zetten de zeugen het op een lopen. Op naar de modderpoel! Het badderen heeft een functie. Varkens kunnen niet zo goed tegen de zon: een laagje modder beschermt hun huid. In het water kunnen ze lekker afkoelen, want varkens kunnen hun warmte niet kwijt door te transpireren. In 2018 werd deze poel bekroond als ‘mooiste modderpoel van Nederland’, een prijs die jaarlijks wordt uitgereikt door Wakker Dier. “De modderpoel ontstond per ongeluk. Een kapotte dakgoot veroorzaakte wateroverlast in de wei. Tot grote vreugde van de zeugen.”
Keurmerken
Op de biologische boerderij in Rucphen houden vader en zoon zeventig zeugen en vijfhonderd vleesvarkens van een Zwitsers landras. Het is een gesloten varkenshouderij: alle dieren worden op de boerderij geboren en blijven daar totdat ze naar de slacht gaan. Toen Antonissen op de middelbare school zat was zijn vader al bezig met het behalen van keurmerken. “Het lukte eigenlijk nooit. Ik wilde geen kiloknallers produceren. Boeren die drie keer zo groot zijn geworden, verdienen nog steeds hetzelfde als tien jaar geleden omdat de prijs van varkensvlees veel te laag is.” Zijn vader was klaar voor uitbreiding, de vergunning was al binnen om op te schalen. “Mijn vader was opgelucht toen ik zei dat ik helemaal niet wilde uitbreiden.” Beiden bleken hetzelfde te willen: een bedrijf waar je met je gezin op kunt werken.
Toen er een vertegenwoordiger van biologische slagerij De Groene Weg langskwam, hoorde ze dat er een afzetmarkt was voor biologisch vlees. En dat de prijs van biologisch vlees stabieler is: de prijs wordt voor een kwartaal vastgezet, terwijl je bij conventioneel varkensvlees te maken hebt met weekhandel. Ze gingen kijken bij een boerderij die de overstap al had gemaakt. “We ontmoetten een boer die relaxed was, hij had weer arbeidsvreugde gevonden.”
Vader en zoon besloten ervoor te gaan en hun bedrijf om te vormen, zodat ze hun vlees konden leveren aan De Groene Weg. “Het grootste misverstand over biologisch is dat het alleen maar een keurmerk is. Nee, de controle gebeurt op basis van wetgeving. Wij worden gecontroleerd door een orgaan van de overheid.” Naast de jaarlijkse controle worden er steekproeven gehouden op water, voer en hoeveelheid strooisel. Het kostte een half jaar om de overstap te maken.
De prijs van biologisch vlees is stabieler
Inmiddels hebben alle zeugen een eigen hok met uitloop naar buiten. In het hok maken ze met stro een nestje. In alle rust kunnen hun biggetjes hier geboren worden. Dat zijn ongeveer twaalf á dertien biggen per keer. Waar de biggen vroeger maar 21 dagen bij hun moeder bleven, zodat de zeug zo snel mogelijk weer gedekt kon worden, is dat nu minimaal veertig dagen. Dat zorgt voor krachtigere biggen. Die weerstand is nodig, want varkens mogen hier naar buiten en worden dus blootgesteld aan weer en wind.
Nu de varkens drie keer zoveel ruimte hebben, ziet Antonissen beter welk karakter de dieren hebben. “Voorheen zag ik vooral agressief en assertief gedrag, nu zie ik welke dieren moederkwaliteiten hebben. Het liefst fok ik verder met sociale varkens.” Ook ziet hij minder dwangneurotisch gedrag. Toen de biggetjes vast stonden, lieten ze hun frustratie los op de metalen stangen. Daar bijten ze nu niet meer op.”
Synchroon knorren
“Soms hoor ik de varkens synchroon knorren, ze sporen hun moeders aan om melk te geven. Daarna is het stil: dan is iedereen tegelijkertijd in slaap gevallen.”
(© Ellen Weber)
In de kraamstal hangt geen ventilatiesysteem, frisse lucht komt binnen door ramen en deuren. “Vroeger hoorde je het gejaag van ventilatoren. Als de stroom uitviel, had je een probleem. Soms hoor ik de varkens synchroon knorren, ze sporen hun moeders aan om melk te geven. Daarna is het stil: dan is iedereen tegelijkertijd in slaap gevallen.”
Gedurende hun leven rouleren de varkens van de ene stal naar de andere. De varkens met een roze streep op hun rug zijn ‘bekwaam’: hun spiermassa, spek en gewicht vallen binnen de bandbreedte die een bepaalde kwaliteit vlees garandeert. “Het vergt fingerspitzengefuhl om te bepalen wanneer een varken lekker vlees oplevert. Je hoort vaak dat varkens ‘vetgemest’ worden, maar dat klopt helemaal niet. Een varken is ontzettend beweeglijk en heeft helemaal niet zo’n hoog vetpercentage”, zegt Antonissen.
De varkens hebben een chip in hun oor waarmee ze zelf eten kunnen halen uit hun voederbak. De computer weet precies hoeveel kilo voer elke zeug nodig heeft. Zo krijgt een drachtige zeug meer voer dan een varken dat nog niet zwanger is. In de voerkeuken wordt het voer gemengd. Vroeger kocht Antonissen alleen biologische brokken bij een voerfabrikant in Lochem, aan de andere kant van Nederland. Tegenwoordig mengt hij daar lokaal geteelde biologische mais en erwten bij. Antonissen vindt het belangrijk dat voedsel uit de buurt komt. “Een straal van 250 kilometer noemen we ‘regionaal geproduceerd’, maar hoe dichterbij, hoe duurzamer.
Antonissen is kritisch over het huidige voedselsysteem. “We halen soja uit Zuid-Amerika om onze varkens te voeren, en exporteren die varkens daarna naar China. Vervolgens zit ons kleine land met te veel mest. Waarom kijken we niet hoeveel reststromen er binnen een straal van 250 kilometer worden geproduceerd, en berekenen we op basis daarvan hoeveel varkens we in Nederland kunnen houden? Ons voedselsysteem moet beter, gezonder en eerlijker, voor iedereen.”
Spaarvarken
De modderpoel van BoerBas werd in 2018 bekroond als ‘mooiste modderpoel van Nederland’.
(© Ellen Weber)
BoerBas werkt daarom samen met boeren uit de omgeving. Zo gaat zijn varkensmest naar een biologische akkerbouwer in de buurt, van wie Antonissen biologische mais afneemt. Twee van zijn varkens scharrelen rond op een teeltbedrijf. De telers voeren het moestuinafval aan de varkens, brengen het volwassen varken terug en krijgen vervolgens verschillende vleesproducten van dezelfde varkens. “Misschien komt daar het begrip ‘spaarvarken’ vandaan. Alle beetjes die over zijn, spaar je op zodat je later iets groots hebt. Ik vind het mooi dat het varken weer een functie krijgt en gewaardeerd wordt.”
Op de boerderij heeft BoerBas een zelfbedieningswinkel. Aan de muur hangt een schilderij, waarin alle onderdelen van het varken zijn getekend. Mensen kunnen een half varken bestellen, zo’n 30 kilo vlees. “Mensen beseffen niet dat elk onderdeel wordt gebruikt. Ze krijgen twaalf verschillende producten, van procureur tot buikspek.” Verder geeft Antonissen workshops worst maken op locatie. Dit wordt veel gedaan als bedrijfsuitje. “Tijdens het worst maken voegen we melkpoeder toe, zodat je er vloeistof aan kunt toevoegen. Geen water, zoals in supermarktworsten, maar donker bier voor een lekkere smaak. Leuk, want zo kan ik het verhaal van onze boerderij vertellen.” Om die reden is de boerderij elke zaterdag geopend voor publiek. Iedereen kan dan komen kijken op de boerderij. “Als je wilt laten zien dat het anders kan, hoort daar ook bij dat je naar buiten treedt. Eigenlijk zou elke boer zijn bedrijf moeten openstellen. Schouderklopjes krijg je niet van de politiek, maar van een vader met zijn kinderen die ervan genieten hoe varkens in de modder rollen.”
Vanwege zijn bijzondere inzet om het voedselsysteem beter en eerlijker te maken, werd BoerBas vermeld op de Food100-lijst. “De klimaatcrisis, de groeiende wereldbevolking, pandemieën en explosief stijgende energie- en voedselprijzen laten zien dat ons huidige voedselsysteem niet langer houdbaar is. Het moet beter, gezonder en eerlijker, voor iedereen.”