Wat schaft de toekomst?
Hoe voeden we de wereld over dertig jaar? In haar boek Wat schaft de toekomst? Bezoekt journalist Amanda Little een reeks pioniers in de voedselsector om een beeld te scheppen van de mogelijke oplossingen. Het wereldwijde voedselsysteem krijgt de komende decennia te kampen met grote uitdagingen, dat is zeker.
Klimaatverandering en bevolkingsgroei kunnen een grote bedreiging zijn voor de voedselzekerheid. In Wat schaft de toekomst? beschouwt Little in vogelvlucht alle mogelijke technologische en systemische oplossingen voor die uitdagingen. Alles komt aan bod, van landbouwchemicaliën, robotica en genetische modificatie tot vertical farming, kweekvlees, aquacultuur, watermanagement en het tegengaan van verspilling. Bij elk onderwerp laat ze één of meer pioniers aan het woord. Met het prettige taalgebruik van een journalist beschrijft ze haar hoofdrolspelers empathisch en gedetailleerd, van hun achtergrond tot hun maniertjes. Je leert ze echt kennen. Zo lees je hoe Keniaanse boeren dankzij genetisch gemodificeerde gewassen prachtig groene velden hebben terwijl andere gewassen verdorren, en hoe Ethiopië tijdens een catastrofale droogte een al te grote hongersnood wist te voorkomen dankzij goede voorbereiding en verbeterde infrastructuur.
Maar over dat voedselsysteem van de toekomst komt ook Little niet tot antwoorden. Juist dat maakt haar boek charmant en leesbaar. Het is geen diepgravende analyse, geen politiek beladen betoog van een fanaat. Het is een reisverslag van Little’s eigen ontdekkingsreis door het moderne voedselsysteem. Little’s eigen twijfel omtrent het vraagstuk ‘hoe voeden we een volle, hete wereld’ is erg herkenbaar. Aan de ene kant laat ze haar vooroordelen over genetisch gemodificeerde gewassen los wanneer ze ziet wat die voor boeren in Afrika kunnen betekenen.
Aan de andere kant ziet ze een Amerikaan met indianenbloed die een door technologie gedreven voedselbos rendabel probeert te maken, als dé belichaming van het voedselsysteem van de toekomst. Dat hij 20 dollar moet rekenen voor een kilo karbonade en nog amper rond kan komen, laat zien hoe weinig dat systeem vooralsnog bijdraagt aan een oplossing. Hoewel ze die niet expliciet uitspreekt, voel je haar twijfel of er wel toereikende oplossingen zijn voor klimaatverandering en bevolkingsgroei.
Een zin in een hoofdstuk over de wereldwijd toenemende droogte is veelzeggend over de toekomst van ons voedsel: “Ineens werd me duidelijk wat wel eens de moeilijkst te aanvaarden waarheid van onze
wereldwijde voedseltoekomst zou kunnen worden: we moeten vooral goed worden in crisisbeheersing en leren veerkrachtig te zijn na afloop van een crisis.”