Afgelopen jaar, tot en met augustus, werden in Nederland 5000 paarden geslacht. In dezelfde periode vorig jaar waren dat er 1700 en over het hele jaar 3400. In 2010 ging het om 2500 paarden, blijkt uit cijfers van het Productschap Vee & Vlees. 'Het is net als op de beurs. Daar stapten op een gegeven moment ook een heleboel mensen in om in dit geval met geld te speculeren. En opeens bleek het mode om een veulen te kopen, vaak voor speculatieve doeleinden. Door die toenemende vraag schoten de opfokstallen als paddenstoelen uit de grond', weet Bakker.
Boeren die te weinig verdienden met varkens en koeien boden onderdak aan de nieuwe paardenliefhebbers. De praktijk is echter dat 1 op de 100 veulens maar een echte topper wordt, weet Bakker. 'In de paardenwereld zeggen we altijd: een veulen kopen, is hoop kopen. De helft van de paarden is het opfokken niet waard geweest. Ze hebben een lastig karakter of maken op een andere manier niet waar wat er wordt verwacht.’ De Dierenbescherming veroordeelt dit soort praktijken. 'We keuren het absoluut af dat op deze manier in levende have wordt gehandeld. Het risico dat het niet goed gaat, is veel te groot en dan komen de dieren er vaak het slechtst van af’, aldus een woordvoerder van de Dierenbescherming. Het houden van een veulen cq paard kost rond de 200 tot 300 euro in de maand aan pensiongeld. Daar komen kosten voor voedsel, een hoefsmid en af en toe een arts nog bij. Volgens Bakker is het vooral de economische malaise die er voor zorgde dat veel mensen weer van hun paard af wilden. 'Als dan blijkt dat het toch geen goed dressuur- of springpaard wordt, wordt het vaak te duur.' Bron: ANP