Volgens het klimaatpanel van de VN moeten we minder vlees eten en meer plantaardig. Dat zou beter zijn voor het klimaat en ook voor de gezondheid. Het aanbod van vleesvervangers in de supermarkt groeit, evenals de populariteit van deze producten. Reden voor het tv-programma Zembla om zich af te vragen 'hoe duurzaam is een vegaburger eigenlijk?'
In 2017 onderzocht adviesbureau Blonk Consultants in opdracht van de Consumentenbond de milieueffecten van de productie van vleesvervangers en vergeleek deze met de productie van vlees. De conclusie was dat vleesvervangers over het algemeen duurzamer zijn dan vlees, kijkend naar klimaatverandering, watergebruik en landgebruik, maar dat ook vleesvervangers impact hebben op het milieu.
De impact is afhankelijk van het soort vleesvervangers. Zo zitten in sommige vleesvervangers nog steeds dierlijke ingrediënten, zoals kippenei-eiwit, melk en kaas. Hans Blonk van adviesbureau Blonk Consultants: “Hoe meer dierlijke producten in een vleesvervanger worden verwerkt, hoe hoger ook de impact op het milieu.”
Een ander ingrediënt is soja, wat ook wordt gebruikt voor veevoer. Dit gewas komt vaak slecht in het nieuws omdat hele stukken tropisch oerwoud verdwijnen voor de aanleg van soja-velden. Het is volgens Blonk lastig om te zeggen in hoeverre de vraag naar soja toe- of afneemt met de overgang naar plantaardig eten. "De dieren eten het dan weliswaar minder als wij ze ook niet meer op ons bord krijgen, maar die krijgen eigenlijk al niet zo veel soja in hun voer.”
Bron: Zembla