NIEUWS | Nederlanders eten marginaal meer plantaardig eiwit in 2024. Dit laat de Eiwitmonitor zien, een jaarlijks onderzoek door Wageningen Universiteit & Research (WUR). Dierlijke eiwitten blijven de boventoon voeren bij belangrijke eetmomenten. De verdeling staat nu op 60 procent dierlijke voeding en 40 procent plantaardige voeding. Het aanbod van plantaardige eiwitproducten in supermarkten groeit echter wel door.
De Eiwitmonitor is ontwikkeld door Wageningen Social & Economic Research in opdracht van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). Voor de tweede keer meet het de consumptie, gedragsdeterminanten en de ratio in het supermarktaanbod van plantaardige en dierlijke eiwitrijke producten over het jaar ervoor. De LVVN heeft een beleidsdoel van een 50/50 verhouding in 2030. Het ministerie houdt met behulp van de monitor toezicht dat het aanbod plantaardige eiwitten gelijk trekt met dierlijke eiwitten.
De resultaten van de Eiwitmonitor
De onderzoekers komen uit dat 60 procent van de eiwitten in voeding nu uit dierlijke bronnen komt, en 40 procent uit plantaardige. In 2024 aten Nederlanders echter slechts een procentpunt meer plantaardig eiwit dan het jaar ervoor.
Het blijft de norm om vlees te eten tijdens belangrijke eetmomenten, zoals de avondmaaltijd, etentjes buitenshuis en sociale gelegenheden. Ook consumeert de Nederlander veel melk en kaas. Dit komt volgens de onderzoekers voort uit diepgewortelde gewoonten, mindere vaardigheden om plantaardige voeding te bereiden en een voedselomgeving die dierlijke producten bevoordeelt.
Meer plantaardig aanbod
Aan de andere kant zien de WUR-onderzoekers een verschuiving aan de aanbodzijde: er is meer aandacht voor plantaardig. Het aandeel vlees, zuivel en andere dierlijke eiwitbronnen in het online supermarktassortiment is 62 procent, in 2023 was dit nog 68 procent. Dit betekent dat het aandeel plantaardige eiwitproducten in het online assortiment is gestegen van 32 procent in 2023 naar 38 procent in 2024.
Prijsverandering
Plantaardige eiwitproducten zijn nu gemiddeld 27 procent goedkoper dan hun dierlijke tegenhangers, terwijl dat in 2023 nog 17 procent was. Toch blijft de goedkoopste optie in de supermarkt vaak een dierlijk product.
Potentie voor noten, zaden en peulvruchten
Daarnaast zien de onderzoekers dat er kansen liggen voor noten, zaden en peulvruchten. Consumenten staan ervoor open om hier meer van te eten, maar doen dit nog niet. Dit heeft te maken met de gewoontes, maar ook met de beperkte kookvaardigheden. Bij andere plantaardige categorieën zoals vlees- en zuivelvervangers is minder bereidheid om hier meer van te eten.
Eetpatroon verschilt tussen groepen
De onderzoekers ontdekten ook dat het eetpatroon tussen groepen verschillen. Zo eten vleeseters de meeste dierlijke eiwitten, maar ook flexitariërs hebben met 59 procent dierlijke eiwitten nog een sterk dierlijk eetpatroon. Mensen die wel vis eten maar geen vlees gebruiken 47 procent dierlijke eiwitten. Mannen eten in totaal meer dierlijke eiwitten dan vrouwen, maar de verhouding tussen plantaardige en dierlijke eiwitten verschilt niet significant.
Ondersteunen gedragsverandering
Om de eiwittransitie te versnellen is er meer nodig dan het uitbreiden van het plantaardig assortiment. Er moet meer aandacht komen om de motivatie, vaardigheden en omgeving aan te pakken om een gedragsverandering te ondersteunen. Een voorbeeld hiervan is plantaardige keuzes aantrekkelijk maken in de voedselomgeving.
Eiwitmonitor data uit meerdere bronnen
De resultaten over 2024 zijn vastgesteld op basis van meerdere bronnen:
- een enquête onder 3.026 Nederlandse volwassenen;
- de Traqq-app voor consumptietracking met 472 deelnemers
- een geautomatiseerde data-analyse van 16.028 producten in het online supermarktaanbod
- Eerder onderzoek: de Voedselconsumptiepeiling van het RIVM en de Eiwitmonitor 2023.
Ook verscheen de Eiweet Monitor 2024 van de Green Protein Alliance. Daarin staan de cijfers van supermarkten hoeveel plantaardige en dierlijke eiwitten ze verkopen. Schrijf je gratis in voor de nieuwsbrief om als eerste op de hoogte te zijn.