Brouns: sociale media direct van invloed op volksgezondheid

5 januari 2016 Vleesmagazine

Sociale media hebben grote invloed op de wijze waarop consumenten aankijken tegen de gezondheidseffecten en de veiligheid van ons voedsel. Dat heeft goede maar tegelijkertijd ook kwalijke kanten, omdat consumenten niet werkelijk weten hoe het zit.

Met deze boodschap nam Fred Brouns in december afscheid als hoogleraar Health Food Innovation, tijdens het symposium ‘Gif op mijn bord’.

Het symposium Gif op mijn bord werd gehouden aan de Universiteit van Maastricht, waar Fred Brouns werkzaam was als hoogleraar Health Food Innovation. Tal van voedingskundige aspecten kwamen aan bod, waaronder nieuwe onderdelen van de Schijf van Vijf (Voedingscentrum) die in de foodsector en bij consumenten tot onrust leidden. Bijvoorbeeld over de suggestie dat een glas sinaasappelsap net zo slecht zou zijn als een glas cola. Onzin, zo bleek op het symposium: ‘Sinaasappelsap is een goede bron van vit. C, foliumzuur, kalium en polyphenolen. Frisdrank niet’, aldus Brouns. ‘Sap is niet slecht, maar drink geen grote hoeveelheden.’

In zijn rede gaf hij aan dat sociale media grote invloed hebben op de wijze waarop consumenten aankijken tegen de gezondheidseffecten en de veiligheid van ons voedsel. ‘De goede zijde van de medaille is dat consumenten mondiger worden. Ze gaan zelf op zoek naar hun eigen waarheid over eten en drinken en denken actief mee over wat goed, minder goed of slecht is. De keerzijde is dat iedereen die denkt wat te weten over voeding, gezondheid en voedselveiligheid een professioneel getinte mening kan uiten in blogs en discussies.’

Toegankelijker

Vaak blijken volgens de hoogleraar de meningen van de mondige consumenten gebaseerd te zijn op beperkte kennis en foute interpretaties van brede wetenschappelijke consensus. ‘Zij kunnen goede en slechte wetenschap niet scheiden. Menig consument heeft daarom het gevoel dat wat op ons bord belandt in toenemende mate ongezonder en onveiliger is.’

De slechte toegankelijkheid van begrijpelijke informatie vanuit de voedingswetenschap is hier mede debet aan, zo steekt Brouns ook de hand in de boezem van eigen broodheer: universiteiten en hogescholen. De enorme schat aan kennis en informatie daar kan een solide beeld geven van de werking van de diversiteit aan voedingsstoffen, als deze informatie toegankelijk en gemakkelijk te begrijpen zou zijn. ‘Academici en wetenschappers besteden hier nauwelijks tijd aan en universiteiten zijn in dit opzicht te weinig zichtbaar voor het publiek. Dit komt onder andere omdat wetenschappers aangespoord worden om vooral te publiceren in hoogstaande wetenschappelijke tijdschriften en daarop ook afgerekend worden. Die cultuur moet veranderen’, aldus Fred Brouns.

Tegengeluid nodig

Net als in november tijdens de Ondernemersdag voor de Bakkerij in Maarsen, noemde Brouns ook in Maastricht een aantal voorbeelden ‘die de wereld van de consumenten op zijn kop zetten’.

Een van die voorbeelden gaat over aspartaam, een van de meest veilige en potentieel succesvolle zoetstoffen volgens Brouns, die is geflopt door wantrouwen bij consumenten. ‘Consumenten maken zich vooral zorgen over relatief kleine zaken die heel groot in de media belicht worden zoals vlees dat ineens kankerverwekkend is en E-nummers die giftig zijn’, aldus Fred Brouns. ‘De richting die sommige hypes in de sociale media nemen, kunnen van directe invloed zijn op onze volksgezondheid. Dat vraagt om een tegengeluid. Ik maak me bijvoorbeeld veel meer zorgen de toenemende voedselfraude en over micro-plastics die onze oceanen vervuilen en ook al in ons eten zitten. Of over de impact van klimaatveranderingen op de voedselketen.’

Foodvisie

Dit bericht is eerder verschenen op Foodvisie. Foodvisie is een gezamenlijk project van tien foodgerelateerde titels van Vakmedianet. De scheidslijn tussen de traditionele kanalen van supermarkt, horeca, catering of speciaalzaak wordt steeds vager. Er ontstaan nieuwe kansen, concepten en verschijningsvormen. Foodvisie wil trends signaleren en duiden.

Altijd op de hoogte blijven?