Op het moment dat ik dit schrijf, is het dinsdag, de tweede dag van de Nationale Week Zonder Vlees. Net als bij de vorige editie van deze week is de omzet goed, alsof geen consument zich iets van de week ‘zonder’ aantrekt.

Waar zouden we ons als slagers dan ook druk om maken? Sterker, voor het tweede jaar op rij is de vleesconsumptie per hoofd van de bevolking licht gestegen. En door de beperkingen als gevolg van corona, zoals minder vakanties, de horecasluiting en thuiswerken, eten de mensen meer thuis en besteden ze meer aan de dagelijkse levensbehoeften. Allemaal positief, geen wolkje aan de lucht, toch…?

Ondanks dit alles is er wel een ontwikkeling waar wij als branche rekening mee moeten houden! Het percentage Nederlanders dat zich vleeseter noemt, daalde wederom in 2020 (van 59 procent naar 55 procent). 48 Procent van de Nederlanders keurt iedere dag vlees eten af. Nog maar eenderde van de ondervraagden vindt een maaltijd zonder vlees niet compleet. Zorg voor de natuur en het milieu wordt benoemd als voornaamste reden om de vleesconsumptie te verminderen. Belangrijkste van alles (voor ons als slagers) is vooral dat de jongeren (de ondervraagden) meer vraagtekens zetten bij een hoge vleesconsumptie, dan wij zouden doen. En tja, wie de jeugd heeft, heeft de toekomst… De jongeren geven dus aan minder vlees te willen consumeren, maar niet per definitie geen vlees meer te eten. Daar liggen voor onze branche de kans en de uitdaging. Hoe kunnen we onze huidige positie zekerstellen voor de toekomst? Op welke manier houden we aansluiting met de jongere consument die minder milieubelastende en met meer zorg voor dier en welzijn voortgebrachte vleesproducten wil consumeren?

Vooruitkijkend op de Nationale Week Zonder Vlees 2022: positieve aandacht geven zou een goede eerste stap zijn. Luister naar en leer van onze klant van de toekomst!

Altijd op de hoogte blijven?