Praatjes

29 juni 2022 Christiaan van Beemen
Foto: Herbert Wiggerman

Zoals veel mannen (en vrouwen) ben ik geen fan van interactie in de supermarkt. Ik maak dankbaar gebruik van zelfbediening, zelfscankassa’s en ik zoek zelf de moeilijk vindbare producten. De smalltalk met de kassière en de hulp van een vakkenvuller, die eigenlijk ook niet weet waar het citroensap ligt, laat ik graag aan me voorbij gaan.

Bij de slager is dat anders. Daar maak ik graag een praatje. Als redactiecoördinator van het mooiste vakblad van Nederland, maar vooral ook als klant. Want de ambachtelijke beenhouwer levert niet alleen kwaliteit, maatwerk en een mooi assortiment, maar ook productkennis en waardevolle tips. Ik heb nog wel eens de neiging de meest onmogelijke recepten in de krochten van mijn kookboekenverzameling op te zoeken, om vervolgens op zoek te gaan naar de veelal onvindbare ingrediënten. Tijdens zo’n kansloze zoektocht helpt de slager mij geregeld uit de brand. Bijvoorbeeld door tegen alle verwachting in met het gevraagde pondje alpacakoteletten op de proppen te komen. Of, en dat komt in de praktijk vaker voor, met een goed alternatief.

Nu is het zelfbedieningsmeubel ook in de slagerij al enige tijd bezig aan een opmars. Gelukkig gaat de zelfbediening in de slagerij niet ten koste van het contact tussen de slager/verkoper en klanten als ondergetekende. Integendeel, betoogt columnist en meesterverkoper Christiaan Verkuijl in zijn column. De onlangs geplaatste zelfbedieningsmeubelen in ‘zijn’ slagerij zorgen ervoor dat hij zich vaker tussen de klanten begeeft en daardoor sneller met hen in gesprek raakt. En, ook niet onbelangrijk: de zelfservice heeft gezorgd voor een omzetstijging.

Zelfbedieningspionier Fred Piepenbrock van Keurslagerij Piepenbrock in Diemen maakte twintig jaar geleden al ruimte vrij voor zelfservice. “Dat vonden collega-slagers toen heel gewaagd. Maar wat maakt het uit of ík het gehakt pak, of dat de klant dat zelf doet? Bovendien kunnen ze zo zelf kiezen of ze een ribeye met veel of minder vet meenemen.” De Diemense slager heeft een nuchtere kijk op zijn vak. Niet alleen als het gaat om de inrichting van zijn zaak maar ook als het vleestrends betreft: “Klanten willen exclusiever vlees. Maar vaak eten ze hetzelfde als vroeger. Neem pork belly, dat is natuurlijk speklap. En prime rib is gewoon fijne riblap. Geef het een andere naam en het brengt drie keer meer op.” Nog zo’n slager met wie ik graag eens een praatje zou maken.

Altijd op de hoogte blijven?