BLOG | Ik ben een man van tradities en kan ongelofelijk genieten van de cultuur in andere landen. Vooral de eetcultuur doet me dan deugd. Zo ga ik vaak naar Ierland en wandel ik graag door de straten van Dublin. Een stad volop in ontwikkeling, waar oud en nieuw samensmelten in het historische centrum. Lompe, hoge, nieuwe bouwsels worden net zo makkelijk onderbroken door een eeuwenoude kerk of kroeg. Geweldig vind ik dat! Tel daarbij een lichte vorm van toeristenautisme op en je hebt deze slager ontleed.
Zo vier ik al jarenlang op 17 maart het Ierse volksfeest St. Patrick’s Day, in Dublin natuurlijk. Een soort Koningsdag versmolten met carnaval. Mensen in het groen verkleed, met de vlag van Ierland op het gezicht getekend, staan al uren voor aanvang langs de route van de parade. Persoonlijk ken ik deze alleen van de live-uitzendingen in de pub van het Arlington Hotel, gelegen in het centrum aan de rivier Liffey. De enige keer dat ik getracht heb om de parade te zien, stond ik vier uur langs het parcours om daarna dorstig af te haken en zodoende de parade te missen. Sindsdien laat ik het parcours voor wat het is en ga ik vanuit mijn hotel regelrecht richting de pub; zie hier de verklaring van toeristenautisme. En ik kan je vertellen dat ik echt niet de enige ben die dit spektakel bij voorkeur vanaf een barkruk aanschouw.
Maar hoe zit het dan met die eetcultuur, hoor ik je zeggen. Nu, saai genoeg ga ik altijd naar dezelfde eetgelegenheden. Steak eet ik bij Fire Steakhouse & Bar, een geweldige stoof als lunch bij The Brazen Head, de goddelijke rode wijn van Château Musar uit Libanon met een klein ribeyetje bij F.X. Buckley Crow Street. De Irish coffee om precies 11 uur bij The Church en afpilsen met heerlijke chickenwings vindt altijd plaats bij het eerdergenoemde Arlington Hotel.
Maar dit jaar was het toch anders, aangezien ik bijzonder nieuwsgierig was naar het succes achter het concept Boeuf & Coq, waarvan de heren in no time meerdere locaties openden. Zo boekte ik bij Boeuf & Frites voor drie personen. Toen we om 17.15 uur binnenstapten was het al volle bak. Het menu? Onbeperkt brood met kruidenboter als voorgerecht, vervolgens een geweldige entrecote met onbeperkt frites die binnen tien minuten op tafel stond. Tenslotte profiteroles met warme chocoladesaus. Vergezeld van bier, cola en een prima fles rood. Alleen voor het hoofdgerecht konden we zelf een keuze maken uit vier verschillende stukken vlees: ossenhaas, entrecote, een half gegrild kippetje of een half gegrild piri piri kippetje. 150 euro armer, maar met een lach op ons gezicht stonden we een uur later weer buiten. Wat een briljant concept. En dat in deze voor de horeca moeilijke tijden.
Gertjan Kiers
Slager en kookboekenschrijver
Dit is een artikel uit het Vleesmagazine 3-2025. Het thema van dit nummer is Verpakken. Abonnees kunnen alle artikelen ook online lezen. Nog geen abonnee? Sluit dan een abonnement af.