BLOG | Ineens had ik mijn ambacht terug. Ik ging weer uitbenen, zure zult en bloedworst maken, en experimenteren met nieuwe receptuur.” Dat zegt slager Nico Englebert in Vleesmagazine 7. Het deed me denken aan een aantal gesprekken die ik de laatste tijd voerde. Want het gebrek aan medewerkers en vooral aan jongeren in de branche laat zich voelen, en gesprekken gaan daar veel over. Die draaien vaak om het gebrek aan passie voor het vak bij de jongere generatie. Maar ik hoor ook dat slagers steeds minder tijd besteden aan opleiden, aan medewerkers inspireren en ze laten groeien in het vak, in het ambacht. Dat lijkt voort te komen uit zorgen om de toekomst, omdat ze zelf (te) hard moeten werken om alles draaiend te kunnen houden enzovoorts. Maar het is misschien wel een soort vicieuze cirkel.
Want als je het zo druk hebt dat je je geen tijd meer hebt om je medewerkers te boeien en binden, dan gaan ze eerder bij je weg. En dan heb je het als ondernemer nog drukker en nog minder tijd om af en toe eens aan inspiratie te denken en dan groeit weer de kans dat (nieuwe jonge) mensen niet lang blijven… “Het heeft geen zin om veel tijd in training en opleiding te steken, want ze gaan toch weer weg”, hoor ik wel in de branche. Maar andersom geldt: als je er niet veel tijd in steekt, gaan ze zéker weg.
Daarom – en daarmee kom ik terug bij die openingszin van Englebert – is het ook voor jezelf nodig om plezier te blijven hebben. Krijg je ambacht terug, voel je niet alleen ondernemer (met alle zorgen die daarbij horen), maar vind weer plezier in de reden waarom je ooit met dit werk begonnen bent: het slagersvak zelf. Laat je inspireren door collega’s, door andere slagers, door horecachefs, door Instagram. En zeker ook door je eigen team. Ik hoorde – vanuit de horeca – goede ideeën: laat iedereen een product of maaltijd maken en proef en bespreek dat met elkaar. Laat een collega met een bijzondere vaardigheid de anderen dat leren. Vraag een bevriende worstmaker, uitbeender of patémaker om een keer een workshop te komen geven en geef in ruil daarvoor zelf een les over iets waar jij veel van weet. Geef jongeren een kans om hun eigen sterke punten verder te ontwikkelen. Kortom: zorg dat je een werkgever bent waar ze niet zo snel weggaan. Natuurlijk voorkom je dat nooit helemaal, maar je kunt er zeker zelf wat aan proberen te doen.