Zonvarken - Circulair geproduceerd varkensvlees uit een frisse stal

28 maart 2022 Theo Haerkens
August Offenberg is ondernemer en een van de vier initiatiefnemers van Zonvarken. 

Coöperatie Zonvarken wil op circulaire wijze varkensvlees produceren, diervriendelijk en op een manier die voor de boer én zijn omgeving aangenaam is. Op het eerste bedrijf in het Gelderse De Heurne is te zien hoe de varkens hebben geleerd buiten hun behoefte te doen en de biggen in het stro dartelen.

Foto’s Theo Haerkens en Zonvarken

“We wilden een varkensstal waar je in kunt zonder dat je daarna gelijk andere kleren moet aantrekken omdat het er zo stinkt.” Tevreden glimlachend loopt August Offenberg door de stal van Zonvarken die hij samen met drie anderen heeft laten bouwen. De stal in De Heurne, een gehucht tegen de Duitse grens bij Doetinchem, is opvallend hoog en licht en de penetrante lucht van varkensmest ontbreekt, net als mechanische ventilatie.

Er heerst rust in de stal waar de zeugen zich met hun pasgeboren biggen in het stro wentelen. “We hebben ze geleerd buiten te poepen en te plassen en de zeugen leren dat weer aan de biggen,” verklaart Offenberg. “Varkens zijn slimmer dan honden, je kunt ze van alles leren.”

Geen nieuws van Vleesmagazine meer missen? Schrijf je dan nu in voor onze nieuwsbrief en ontvang elke donderdag het laatste nieuws.

Inschrijven nieuwsbrief

In de vloer van de buitenverblijven zitten roosters waar mest en urine worden gescheiden voordat zich ammoniak vormt. “Dat gebeurt pas na een uur.” De urine kan als vloeibare mest over grasland worden uitgereden. De ontlasting wordt verrijkt met bacteriën en kalk om er bokashi van te maken, een goedje dat de bodem vruchtbaar houdt, de structuur ervan verbetert en gewild is in de tuinbouw.

Doordat de varkens buiten hun behoefte doen – de hoge drempel die voorkomt dat het stro buiten terecht komt, blijkt zelfs voor piepjonge biggen geen belemmering – blijft de stal schoon. Het stro wordt vervangen als de biggen na een half jaar naar de slager gaan. “We vullen alleen stro aan, omdat de varkens er meer van eten dan verwacht.”

Eén ruimte

Zonvarken_vleesmagazine 1-2022

In de vloer van de buitenverblijven zitten roosters waar mest en urine worden gescheiden voordat zich ammoniak vormt.

Anders dan gebruikelijk liggen twee of drie zeugen met biggen bij elkaar in één ruimte. De biggen, sommige nog met een verdroogd stukje navelstreng, klauteren over elkaar heen om te drinken. “Dit kan alleen als de biggen op dezelfde dag geboren zijn. Anders drinken de oudere biggen de biest bij de andere zeug net voor die werpt. Dat wil je niet, want dan missen haar biggen die voedzame eerste melk”, vertelt Offenberg terwijl hij het tafereel gadeslaat. “We proberen twee keer per jaar biggen te krijgen, liefst allemaal binnen een week. Dat is wat minder dan in gangbare bedrijven en praktisch voor onze boerin omdat die dan maar korte periodes heeft dat het erg druk is.” Varkens zijn graag samen en sommige zeugen zijn zo op elkaar gesteld, dat ze de tent afbreken als ze van elkaar worden gescheiden.

Uniek is ook dat de biggen tot ongeveer acht weken bij hun moeder zijn en ook daarna met elkaar in dezelfde stal blijven. “Verhuizen is stressvol voor een varken, zelfs binnen hetzelfde bedrijf.” De stallen groeien met de dieren mee: om de zoveel tijd wordt de achterwand verplaatst. “Als ze ineens te veel ruimte krijgen, gaan ze in een hoek toch weer plassen en poepen en dat moet niet.” De tweede varkensstal - veel hout, recyclebaar beton en op het schuine dak sedum dat fijnstof en koolstofdioxide (CO2) uit de lucht haalt, zuurstof produceert en vlinders en bijen van voedsel voorziet - is nog in aanbouw en wordt door de opgedane ervaringen alweer aangepast: de verblijven kunnen hier met kleinere stapjes meegroeien met de varkens.

Kijk die varkens: allemaal een krul in de staart, ze hebben het naar de zin

Doodliggen

Er klinkt geschreeuw in de stal. Twee biggen zijn knel komen te zitten tussen het lijf van hun moeder en een tussenschot. Offenberg vist de diertjes behendig uit hun benarde positie. “Doodliggen is de belangrijkste oorzaak van de biggensterfte.” Zonvarken wil het aantal biggen dat sterft door doodliggen verminderen door te kiezen voor zeugen die van nature extra goed voor hun kroost zorgen. “Varkens krijgen nu veertien tot zestien biggen, waardoor de moeder soms zelfs te weinig tepels heeft. Wij zien liever dat ze twaalf biggen krijgen en die ook grootbrengen.” Het ideale varken is in Nederland niet te koop en daarom wordt gekruist met dieren uit Spanje en Ierland. Anders dan gebruikelijk wil Zonvarken een bedrijf van maximaal vijftig zeugen. “Als die twee keer per jaar twaalf biggen krijgen, produceren we zo’n twaalfhonderd vleesvarkens,” rekent Offenberg voor.

Het concept trekt veel belangstelling. Voormalige nertsenfokkers en kippenhouders melden zich, omdat zij beschikken over bedrijven waar intensieve veehouderij is toegestaan, maar ook conventionele varkenshouders en ambtenaren van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit komen graag kijken. “De varkenshouders vinden dit bedrijf nogal klein. Maar wij willen niet meer dieren, want een boer moet ook een sociaal leven hebben en op vakantie kunnen. Twee Zonvarken-boeren kunnen elkaar helpen om drukke tijden, ziekte en vakantie op te vangen.”

Vol van smaak

Vlees van het Zonvarken is mals, donker en vol van smaak. De smaak van het vlees van Zonvarkens wordt positief beïnvloed door de raskeuze, voerkeuze, lichaamsbeweging en het voorkomen van stress. “Onze varkens groeien wat geleidelijker en hebben wat donkerder vlees met iets meer intramusculair vet. Het voer dat onze varkens krijgen bevat geen bitterstoffen. Dit draagt bij aan een prettige smaak van het vlees.”

Daar komt bij dat het draagvlak er niet beter op wordt als er te veel varkens worden gehouden, in verband met stankoverlast. Om van de maatschappelijke weerstand tegen megastallen maar niet te spreken. Zonvarken wil de kleinschalige coöperatie uitbreiden: “We denken aan dertien bedrijven van deze grootte, verspreid over Gelderland, Brabant en Overijssel.”

Verbazing

Zonvarken_vleesmagazine 1-2022_2

Zonvarken wil het aantal biggen dat sterft door doodliggen verminderen door te kiezen voor zeugen die van nature extra goed voor hun kroost zorgen.

De initiatiefnemers komen van ver. Offenberg herinnert zich hoe de zeugen op het bedrijf van zijn vader met een riem om de buik werden vastgezet om te voorkomen dat ze hun biggen zouden pletten als ze gingen liggen. Daarna lagen de zeugen in een box met minimale bewegingsvrijheid en nauwelijks daglicht. “We vonden dat normaal,” herinnert hij zich en er klinkt verbazing in zijn stem. Verbazing over dat idee, maar ook over de veranderingen in de varkenshouderij.

Niet alleen zijn broer Otto, die biologische vleesvarkens houdt, maar ook de andere initiatiefnemers Rob Nieuwenhuis en Jeroen Koks kennen die van oudsher en willen de bedrijfstak veranderen zonder de conventionele boeren af te vallen. “Voor de prijzen die het vlees oplevert, kan het niet anders.” Het vlees van Zonvarken wordt als ‘premium’ in het schap gelegd en brengt meer op. “Kijk die varkens: allemaal een krul in de staart, ze hebben het naar de zin.”

“We zitten tussen biologisch en conventioneel in,” maakt Offenberg de voorlopige balans op, “maar als het over de belasting van milieu en klimaat gaat, zou ik zeggen dat we bio overtreffen.” De dieren hebben net als op een biologisch bedrijf aanmerkelijk meer ruimte dan gebruikelijk. De biggen blijven twee keer zo lang bij hun moeder als normaal en iets langer dan op een biologisch bedrijf. Zeugen zonder biggen mogen in de wei om te wroeten, maar vleesvarkens staan net als in een bio-bedrijf op een verharde ondergrond; zij mogen af en toe even wroeten. In conventionele bedrijven komen ze nooit buiten. Stank, vervuiling en energieverbruik zijn minimaal.

Omdat ze restanten uit de voedselindustrie eten doen ze precies waar varkens van oudsher om worden gehouden: het opruimen van overschotten. De beesten krijgen van alles: van resten uit de voedingsindustrie tot retourproducten als brood dat over de datum is. Zo wordt voedselverspilling tegengegaan. “Maar die producten mogen hoogstens veertig procent zijn van het totaal, anders krijgen ze te veel zout binnen.”

Dierlijke producten krijgen ze niet, al mag dat sinds kort weer wel. Na de gekkekoeienziekte was dat lange tijd taboe. Offenberg, die zelf een voederfabriek heeft, is niet van plan om kiprestanten te gaan verwerken omdat hij dan geen kippenvoer meer mag produceren. Ook laat hij natte componenten zoals bierborstel, een restant uit de brouwerij, achterwege. “Nat voer trekt vliegen, dat willen we niet.”

De coöperatie had de vergunning voor de boerderij binnen zes weken binnen, toch worstelt ook Zonvarken met de papierwinkel van de overheid. “We lopen subsidie mis omdat er ammoniakemissie zou kunnen ontstaan als de varkens in de stal poepen en plassen,” illustreert Offenberg. “Maar dat doen ze helemaal niet!”

Dit is een artikel uit Vleesmagazine 1. Meer van deze artikelen lezen? Sluit dan een abonnement af op Vleesmagazine en ontvang acht keer per jaar het vakblad.

Ja, ik neem een abonnement

Altijd op de hoogte blijven?