‘Wild is onderbelicht in de meeste slagerijen’
PREMIUM
Slagerij Ter Weele opende in 1947 de deuren in het Veluwse dorp Oene.
AMBACHT | Een wisselende aanvoer, kans op trichinella en de impact van de wolf: werken met wild is een uitdagende bedoening. Maar wild is ook ontzettend lekker, veelzijdig en een manier om je als slager te onderscheiden. “Mensen moeten nog een beetje opgevoed worden, maar ze zijn altijd verrast door de smaak.”
Eigenlijk is de voormalig eigenaar van Slagerij Ter Weele min of meer per toeval in het wild beland. Herman ter Weele, die samen met zijn vrouw de scepter zwaait over het slagersbedrijf, vertelt: “Mijn vader kwam vroeger vaak op de Veluwe om te helpen bij de wildtellingen – aan de hand daarvan wordt het afschot bepaald. Eén van de jagers zocht iemand die de afgeschoten dieren wilde verwerken. ‘Dat kan jij vast wel doen’, zei hij tegen mijn vader.” En zo geschiedde: sinds een jaar of twintig gaat circa 70% van al het geschoten grofwild van de Veluwe naar Slagerij Ter Weele. Het traditionele wildseizoen is dan ook één van de favoriete momenten van Herman ter Weele. Herman vertelt over wat er allemaal komt kijken bij werken met wild.