Vorig jaar voerde het toenmalige Vaessen-Schoemaker als onderdeel van een rebranding een naamswijziging door. Het 76-jarige bedrijf ging voortaan door het leven als Vaess. Wat heeft geleid tot het succes – dat tot de dag van vandaag voortduurt – van dit voedingsingrediëntenbedrijf?

In 1946 richten Hubert Vaessen en zijn schoonzoon Paul Schoemaker in Deventer Vaessen-Schoemaker op. Het bedrijf is van begin af aan technisch georiënteerd, wat leidt tot de ontwikkeling van tal van innovatieve ingrediënten en behandel- en bewaarmethoden. En nu, 76 jaar later, wordt het bedrijf nog altijd door technologie gedreven.

“Wij maken het voedsel voor morgen mogelijk”, begint Coen van Oorschot, commercieel directeur van Vaess. “Dat doen we bij vlees, vis, vega-producten en bakkerijvullingen.” Maar hoe weet je wat het voedsel van morgen gaat zijn? “Door heel veel samen te werken met je klanten”, stelt Van Oorschot. “Door nauw samen te werken met de productontwikkelaars en marketingafdelingen van onze klanten, weten we wat er speelt en kunnen we anticiperen op de trends en uitdagingen van morgen.”

Die trend lijkt zich de laatste jaren te bewegen naar het consumeren van minder vlees. Dat hoeft echter voor de vleesindustrie helemaal geen slecht nieuws te zijn, zegt Van Oorschot. “De vleesindustrie is er één die zich in de huidige vorm al een paar honderd jaar ontwikkeld heeft. Dat heeft deze industrie heel veerkrachtig en deskundig gemaakt. Als er één industrie is die kan zorgen voor de nodige verandering in onze huidige voedselmarkt, dan is het de vleesindustrie.”

Voedselfabriek

Vaess_VLM 5-2022-3

Commercieel directeur Coen van Oorschot van Vaess: “Wij maken het voedsel voor morgen mogelijk.”

De vleesfabriek van morgen is namelijk een voedselfabriek, denkt Van Oorschot. “De vleestechnologie is een goed ontwikkelde technologie, die ook prima ingezet kan worden voor andere productieprocessen in de voedselketen. Denk bijvoorbeeld aan groenteworsten met een alginaat omhulsel. We zien ook dat onze klanten in het vleessegment steeds meer in de richting van voedselbedrijven schuiven.” Een goede zaak denkt Van Oorschot, want je moet blijven innoveren. En Vaess denkt daarbij graag mee met zijn klanten.

Dat meedenken was hard nodig tijdens de coronapandemie. Van Oorschot: “Corona was voor ons ook een shock; dat kon niemand voorzien.” Maar Vaess herpakte zich snel, zegt de commercieel directeur. “We hebben direct ons research en development-programma aangepast. Dat was ook wel nodig, want onze klanten moesten hun bedrijf ook omgooien. Wat er eerder aan een loket of in de zaak werd verkocht, moest opeens achterop de scooter mee naar de consument toe.”

Hybride vleesproducten zijn de toekomst

De horecaklanten van Vaess stonden plotseling voor nieuwe uitdagingen: hoe zorg je dat de kip en het varken die op hoge temperatuur gegaard worden ook sappig blijven bij thuisbezorging? Van Oorschot: “Als je geen aanpassingen in je bereidingsmethoden aanbrengt, krijg je thuis een uitgedroogd kippetje, geserveerd met slappe, natte frietjes, die vervolgens de vuilnisbak ingaan. Zonde, want er is niet alleen hard aan gewerkt, maar er zijn ook dieren voor gestorven.” Vaess levert technologie voor het juiste watermanagement. Daardoor kunnen de horecaondernemers ervoor zorgen dat de consument kan rekenen op een sappig stukje kip, ook bij thuisbezorging.

Dat Vaess in staat bleek zo snel te schakelen, komt door de werkwijze van het voedingsingrediëntenbedrijf, stelt Van Oorschot: “We brengen elke drie jaar een nieuwe technology toolbox uit, waarbij we anticiperen op de toekomstige trends. Delen van de nieuwe toolbox die al werd ontwikkeld, bleken goed toepasbaar tijdens de coronacrisis.” De nieuwste toolbox van Vaess is onder meer gebaseerd op het concept ‘krakende ketens’. Van Oorschot licht toe: “De beschikbaarheid van grondstoffen, maar ook van personeel is tegenwoordig lastig; op het gebied van duurzaamheid moet er nog het nodige veranderen en waarschijnlijk blijven de prijzen ook nog wel even fluctueren. We richten onze nieuwe toolbox in zodat onze klanten hiermee om kunnen gaan en een succesvol bedrijf kunnen runnen.”

Wees open

Vaess_Vleesmagazine 5_3

“Een goede receptuur moet kunnen draaien bij de klant, de grondstoffen moeten goed beschikbaar zijn én het product moet zorgen voor herhaalaankoop van de consument.”

Wat Van Oorschot tegenvalt, is de acceptatie van hybride vleesproducten, waarbij een deel van het vlees is vervangen door bijvoorbeeld groente. Dat heeft volgens hem te maken met argwaan bij consumenten: “Die zien het wellicht als een poging hen te misleiden: ‘ze proberen er stiekem minder vlees in te stoppen’. Terwijl hybride wel heel erg de toekomst is: je kan zo heel snel goede producten maken met minder vlees erin. En over het algemeen eten we hier meer dan genoeg vlees, dus iets minder kan best. Bovendien is het een mooie manier om je kinderen toch voldoende groente te laten eten, iets dat voor veel ouders een uitdaging blijft.” De sleutel ligt er volgens Van Oorschot in dat je transparant blijft: probeer niet te verhullen dat je er minder vlees in stopt, maar wees hier open over.

Wanneer Van Oorschot gevraagd wordt naar de trends voor de komende jaren, antwoordt hij: “Wat ik in de vleesindustrie heel erg zie, zijn gevulde producten. Van cordon bleus tot producten met verschillende laagjes. Maar ook zien we een flinke groei in de casings. Die waren altijd van natuurdarm, maar steeds meer bedrijven schakelen om naar alginaatcasings. Dat heeft te maken met de beschikbaarheid en prijs, maar ik denk ook dat de technologie van alginaatcasings volwassen aan het worden is.”

Duurzame verwennerij

Vaess_Vleesmagazine 5_4

Er is nóg een trend die Van Oorschot ziet. “De laatste maanden slaat het ineens om naar iets dat ik sinds de Lehman-crisis niet meer heb gezien: pure indulgence, verwennerij.” Maar ook hier heeft duurzaamheid zijn doorslag gevonden, zegt hij. “Zo is de vegan kipnugget van een van onze klanten iets dat het momenteel heel goed doet. En dat is in feite gewoon snackvoer. En zo zie ik veel meer sustainable snacks die erg aanslaan.” Mensen willen zichzelf weer lekker verwennen, maar niet op zo’n manier dat ze de volgende dag uit schuldgevoel uren in de sportschool moeten staan. De vegan kipnugget is wat Van Oorschot betreft ook een uitstekend voorbeeld van een goed product: “Een goede receptuur moet kunnen draaien bij de klant, de grondstoffen moeten goed beschikbaar zijn én het product moet zorgen voor herhaalaankoop van de consument.”

Vaess_logo

Altijd op de hoogte blijven?