Leon Moonen van de Crole Hoeve in Sint-Oedenrode houdt runderen in natuurgebieden. De agrarisch ondernemer werkt aan een kweekvleesboerderij, zodat hij vlees kan produceren zonder dieren te slachten. ‘Dat is nog duurzamer en beter voor het dierenwelzijn.’

Foto's: Bert Jansen

Aan de muur van het sfeerlokaal op de Crole Hoeve hangt een zwart-witfoto uit 1932. Leons oma poseert naast een vleeskoe. De ouders van Leon hadden een pluimveebedrijf met kuikens, zijn oudere zussen waren fanatiek in de ruitersport. De kleine Leon moest en zou ook paardrijden. Maar na de zoveelste keer van het paard gevallen te zijn, wist hij dat het niets voor hem was. In plaats van een paard mocht hij als 4-jarige kleuter iets anders kiezen. In een brochure zag hij een prachtig Limousinrund staan. Dat was in Nederland een nog onbekend ras in die tijd. Zijn vader importeerde een koe met een kalfje. Dat het er veel meer werden, is “een uit de hand gelopen hobby” van vader en zoon.

Toen in 1989 de Grote Peel in brand stond, zette Leons vader samen met andere fokkers een regionale Limousin-stichting op. Leon: “We leverden runderen voor natuurbegrazing. Het pijpenstrootje overwoekerde de heide en dat wilde Staatsbosbeheer voorkomen. Schapen knibbelden wel wat weg, maar een proef met runderen was beter bevallen: de natuurdoelen werden bereikt. Ook voor de boeren zaten er voordelen aan. Een type rund dat duur is om te houden, kon op deze manier op een kostenefficiënte manier grazen. Leon, lachend: “Natuurinclusief, dat is niets nieuws.”

Schotse hooglanders

Tegenwoordig staan zijn Schotse hooglanders bij poelen in het bos. Daar houden ze het gebied rondom het water open, want ze eten naast pijpenstrootjes ook jonge boomscheuten. Het vlees is duurzaam: er komen geen antibiotica en kunstmest aan te pas. Crole Hoeve levert het vlees aan horeca in het hogere segment, klanten voor wie kwaliteit boven prijs gaat. “Ik weet wat de dieren eten en waar het vlees vandaan komt. Daardoor kan ik iedere week dezelfde kwaliteit leveren.” De Limousin-runderen grazen langs de rivier de Dommel. Doordat er een periode niet gemaaid hoeft te worden, groeien daar allerlei kruiden en bloemen. Dat is goed voor de bijen en voor de vogels, die er ongestoord kunnen broeden.

In 2001 kreeg Leon een auto-ongeluk. Noodgedwongen moest hij het rustiger aan doen met zijn rug. Hij verkocht het pluimveebedrijf en besloot een MBA te volgen bij Business Universiteit Nyenrode. Daar kwam hij in aanraking met mensen die markt zagen in biologisch vlees. Tijdens een van de modules moest hij nadenken over de toekomst van zijn bedrijf. Waar wilde hij over dertig jaar staan? “In die periode werd de kiem gelegd voor waar ik nu mee bezig ben.”

10.000 kilogram

Crole Hoeve_foto Bert Jansen 1

Leon Moonen van de Crole Hoeve is op weg om de eerste kweekvleesboer van Nederland te worden.

Toen hij later over kweekvlees hoorde, verdiepte hij zich in dat onderwerp. Kweekvlees is vlees van een dier. Dat kan een koe zijn, maar ook een kip of een varken. Leon: “Met een iets verdikte naald gaan we in de bil van de koe om er één gram cellen uit te halen. Dat gebeurt onder verdoving, een koe voelt het dus niet. De cellen gaan in een eiwitsoep zodat ze zich vermenigvuldigen.” Iedere cel deelt zich 48 keer. De spier- en vetcellen worden weer bij elkaar gevoegd, zodat er weefselvorming ontstaat. Dat is het vlees. Leon: “Zo kunnen we straks in vier tot zes weken tijd van één gram 10.000 kilogram vlees maken. En dus vlees eten terwijl het dier blijft leven. Als het mogelijk is om op een efficiëntere, betere en duurzamere manier vlees te produceren, waarom zou je dat dan niet doen?”

Leon heeft zijn kudde van 220 runderen teruggebracht tot 35 dieren. Zijn plan is om met die dieren méér vlees te produceren dan hij voorheen deed met 220 dieren. “In hart en nieren ben ik veefokker. Maar om geld te verdienen, moet ik het dier laten slachten.” Voor de productie van kweekvlees is dat niet langer nodig. De agrarisch ondernemer verwacht dat hij elk rund vier keer per jaar kan biopteren. Met slechts 35 runderen kan hij 250 duizend mensen van vlees voorzien. Oftewel: heel de regio rond Eindhoven. “Kweekvlees produceren is vele malen beter voor het milieu. Voor de productie heb je minimaal 70 procent minder grond nodig, minimaal 78 procent minder water en je hebt minimaal 92 procent minder methaanuitstoot.”

De tijd is rijp

Crole Hoeve_foto Mosa Meat

“We kunnen straks in vier tot zes weken tijd van één gram cellen 10.000 kilogram vlees maken. En dus vlees eten terwijl het dier blijft leven.” (afbeelding: Mosa Meat)

Leon wil zijn kweekvleesboerderij graag zo snel mogelijk ontwikkelen. “De tijd is rijp. De wereldbevolking groeit naar 9 miljard mensen, we moeten al die monden voeden. Als we doorgaan met ons huidige voedselsysteem hebben we straks vier aardbollen nodig.”

Bovendien moet Europa haast maken. In de Verenigde Staten en Singapore wordt al kweekvlees gegeten. “Het Groeifonds heeft vorig jaar 60 miljoen euro gegeven aan onderwijsinstellingen om kennis over dit onderwerp te onderwijzen aan studenten. Verwacht wordt dat kweekvlees straks een enorme exportwaarde heeft voor de Nederlandse economie.”

Leon schat in dat kweekvlees ook in de smaak zal vallen bij mensen die vanuit milieuoverwegingen of het oogpunt van dierenwelzijn geen vlees eten, want dit product komt tot stand zonder dierlijk lijden. “Het zal straks naast vleesvervangers en ‘gewoon’ vlees in de schappen komen te liggen.” De komende vijftien jaar verandert er volgens Leon nog niets aan de huidige markt voor vlees; veehouders hoeven niet te vrezen voor hun verdienmodel. De eerste jaren zal kweekvlees nog geen concurrent zijn voor gewoon vlees. “Boeren en slagers kunnen voorlopig hun vak nog blijven uitoefenen, want de ontwikkeling van kweekvleesboerderijen duurt nog wel even. Niet alleen moeten installaties en materialen beschikbaar zijn, ook de wet- en regelgeving moet meezitten.”

Dat laatste gaat nog niet snel. In maart 2022 nam de Tweede Kamer een motie aan waardoor het mogelijk werd om proeverijen van kweekvlees te organiseren. “Helaas willen ambtenaren op het ministerie van VWS die regelgeving niet verder uitwerken; ze wachten op wat Europa gaat doen. Jammer, want eigenlijk zou het fijn zijn als consumenten snel in restaurants kunnen proeven hoe kweekvlees smaakt.”

Kweekvlees op de boerderij

Crole Hoeve_foto Bert Jansen 3

Iedere vrijdagavond en zaterdagmiddag zijn er BBQ-workshops bij de Crole Hoeve, met verschillende pitmasters en een slager die laat zien hoe je een rund uitbeent.

Desalniettemin zit Leon niet stil. Crole Hoeve maakt deel uit van een consortium – een tijdelijk samenwerkingsverband – van bedrijven, waaronder RESPECTfarms, Mosa Meat (een bedrijf dat kweekvlees ontwikkelt) en Priva, een bedrijf dat installaties voor klimaatbeheersing ontwerpt. Het consortium kreeg subsidie van Kansen voor West om een boerderijmodel uit te werken en antwoord te geven op een aantal belangrijke vragen. Hoe ziet het er straks concreet uit op de boerderij? Hoe ontwerp je een hoogwaardig, veilig systeem? Welke installaties kies je, welk roestvrij staal gebruik je? Ook gaat Leon testen welke eiwitten voor het lekkerste kweekvlees zorgen. Waar grote kweekvleesbedrijven straks gaan produceren voor de massa en meewegen welk eiwit het goedkoopst is, gaan wij op zoek naar de lekkerste smaak en regionaal geteelde producten. Wij blijven ons richten op horecazaken in het duurdere segment.”

Buiten staan twee donkere dieren: een kruising van een Schotse hooglander en een Limousin. In de stal staat een kudde rossige runderen: een kruising van Black Angus met Limousin. Leon kijkt met een heel andere blik naar zijn dieren dan de meeste veehouders. “Het is interessant om te ontdekken welke cellen het beste kweekvleesresultaat geven. Welk ras, welke leeftijd en welk geslacht geven de beste smaak? We gaan het allemaal testen en hebben daarom sinds kort een cellendeskundige aangenomen.”

Stoppen of doorgaan? Veel boeren staan voor een moeilijke keuze. Voor collega-veehouders die nadenken over de toekomst van hun bedrijf, heeft Leon een boodschap: “Kweekvlees kan een optie zijn. Je kunt nog steeds dieren houden, je grond inzetten en op de tractor zitten. Kortom: alles waar je van houdt. Je moet er toch niet aan denken dat na vier generaties alles weg is?”

BBQ-workshops

Crole Hoeve_foto Bert Jansen 4

Ook het aanbieden van workshops is een “uit de hand gelopen hobby”. In 2017 begon Leon Moonen met BBQ-workshops, omdat het altijd goed is om meerdere inkomstenbronnen te hebben. “Dat hebben we wel gemerkt tijdens de coronacrisis.” Zes jaar geleden was het nog moeilijk om in de markt te zetten. Tegenwoordig stromen de reserveringen al een half jaar van tevoren binnen. Van leraar tot bankmedewerker: mensen komen graag naar de boerderij in Sint-Oedenrode voor hun bedrijfsuitje. Iedere vrijdagavond en zaterdagmiddag zijn er workshops in het smaaklokaal. Slager Johan, een zestiger die al sinds zijn veertiende in het vak zit, begeleidt de workshop ‘Van kop tot staart’. “We snijden het rund toch uit, laten we mensen dan ook leren welke stukken waar vandaan komen”, bedacht Leon op een dag. Verder zijn er acht pitmasters, elk gespecialiseerd in een andere bereidingswijze: Afrikaanse braai, Green Egg, Kamado Joe en Smoker. “We bereiden het vlees van onze natuurrunderen, maar ook wild en seizoensproducten.”

Altijd op de hoogte blijven?